‘Plezier gaat boven de prestatie!’
Meester Alwin en zijn klas startten dit schooljaar met The Daily Mile
‘Lijkt het jullie wat? Twee keer per week samen hardlopen?’ Alwin Penninkhof vroeg het aan het begin van het schooljaar aan zijn leerlingen, groep zes van De Zevensprong in Dronten. ‘Natuurlijk had ik al de nodige voorbereidingen getroffen, bijvoorbeeld goed gekeken naar een veilig parcours. Maar de kinderen moeten het wel zelf willen.’ Gelukkig bleek het enthousiasme wederzijds en is The Daily Mile inmiddels een vast onderdeel van de schoolweek geworden.
‘Weer of geen weer, elke maandag- en vrijdagmiddag starten we direct vanuit onze school en rennen we een mooie ronde. Dat hebben we aan het begin afgesproken: ook als het regent, ook als het koud is, dit laten we altijd doorgaan.’ In de route zitten een paar kleine afsnijdstukjes. ‘Daar doe ik niet moeilijk over. Als het té zwaar wordt, mogen ze van mij afsteken.’
Afgelopen maart werd Penninkhofs interesse gewekt. ‘Erben Wennemars, iemand voor wie ik al heel lang enorm veel respect heb, zou naar Dronten komen om The Daily Mile te promoten. Dat ging toen vanwege corona niet door.’ Toch was hij enthousiast geraakt over het concept. Hij besloot het startpakket aan te vragen.
‘Tijdens mijn studie, een paar jaar geleden, raakte ik overtuigd van het belang van bewegend leren. Ik nam me toen voor: daar wil ik mee aan de slag. Gewoon proberen, experimenteren, zoeken naar vormen die werken en die bij mij passen. Vandaar mijn interesse voor The Daily Mile. En het is fijn dat de school waar ik werk alle ruimte biedt voor dit soort initiatieven.’
Routine én uitdagend
‘Zelf vind ik het fijn om op vaste momenten te gaan lopen. Maandag is een pittige dag voor de kinderen en gym doen we pas meer aan het eind van de week, dus is die maandagmiddag een ideaal moment om met een Daily Mile te onderbreken. En op vrijdagmiddag leg ik altijd, voordat we gaan lopen, een handvaardigheidopdracht uit en als we weer terug zijn gaan ze ermee aan de slag.’
‘Aan de ene kant is onze hardloopronde een soort routine geworden, tegelijk wil ik mijn leerlingen natuurlijk wel blijven laten ervaren dat we hartstikke goed bezig zijn.’ Samen met de klas houdt hij daarom op de kaart van Nederland bij hoe groot de afstand is die ze, als je alle gelopen rondjes bij elkaar optelt, afgelegd hebben. ‘De passer maakt een steeds grotere cirkel. Dat is heel leuk om te zien. Inmiddels zijn we al voorbij Almere!’
En de kinderen? Zij ervaren zelf dat hun conditie vooruitgaat. Sommigen hebben inmiddels een stopwatch of sporthorloge of zelfs hardloopschoenen. Het gaat Penninkhof er primair om dát de kinderen bewegen. ‘De nadruk ligt op het plezier en niet op de prestatie.’
Drie tips van meester Alwin:
- In plaats van één lang parcours kun je ook kiezen voor twee of drie kortere rondjes. Daardoor houd je als leraar iets meer overzicht. En daardoor kan het ook makkelijker zijn om de route veilig te houden.
- Meester Alwin loopt zelf altijd mee. ‘Steeds ook met andere kinderen, soms wat meer vooraan, soms juist achteraan.’ Maar zelf meelopen is wat hem betreft geen must. ‘Als je zelf fysiek niet in staat bent om mee te doen, kun je wel degelijk je klas laten meedoen.’
- Als de kinderen eenmaal de smaak van het hardlopen te pakken hebben, haak dan aan bij hardloopevenementen in je gemeente. Schrijf je met een groepje geïnteresseerden in!
