Zo veel mogelijk positieve aandacht: The Daily Mile met stempelposten
Vorig schooljaar introduceerde Gerdie Zuur The Daily Mile op haar school, CBS De Parel in Roden. Inmiddels geeft ze fulltime les aan groep 7, vorig jaar kwam ze binnen als stagiaire. ‘Bewegen en sporten past bij mij. Tijdens mijn studie en vooral door het onderzoek dat ik deed voor mijn scriptie ontdekte ik hoe belangrijk sport en bewegen op school voor kinderen is, hoe groot het effect is op hun concentratievermogen, maar ook hoe nodig het is omdat veel kinderen uit zichzelf echt onvoldoende bewegen.’
Tijdens haar stages probeerde Gerdie ‘bewegen’ op allerlei manieren in te passen in haar lessen. Haar enthousiasme en overtuigingen sloegen over op haar collega’s. ‘We zijn toen gestart met The Daily Mile. Met de hele school, van groep 3 tot en met groep 8, en met alle collega’s, op vaste momenten in de week. Elke dinsdag en donderdag. Weer of geen weer. Nou ja, tenzij het 35 graden is of als het geijzeld heeft. Maar ook als het regent gaan we lopen.’
Een van de dingen waar je als beginnend leraar onvermijdelijk tegenaan loopt, is dat de praktijk toch vaak weerbarstig is. ‘We merkten na een tijdje dat het enthousiasme niet door alle kinderen gedeeld werd. Eerst denk je dan: dat zal in de loop van de tijd wel beter gaan, als het lopen meer routine wordt, maar op een gegeven moment waren we te veel bezig met toezicht houden dat alle kinderen meededen en voorkomen dat er stukjes werden afgesneden. Zo hadden we het niet bedacht.’ Ermee stoppen was echter absoluut geen optie. ‘Ik dacht vooral: wat moeten we doen om alle kinderen enthousiast te krijgen.’
Variant met stempels
Gerdie: ‘Ik sta nog steeds voor 100 procent achter The Daily Mile, maar ben me inmiddels meer gaan realiseren dat het goed is om als leraar of als school vooral ook te kiezen voor de manier die bij jouzelf of jouw groep past. Bij de ene klas werkt het prima om elke dag op een vast tijdstip te gaan lopen, bij anderen is een onverwacht moment misschien beter.’
Gerdie bedacht een variant die het enthousiasme terugbracht bij de leerlingen door een even simpele als briljante opzet. De kinderen rennen nu à la de Elfstedentocht van stempelplaats naar stempelplaats. Bij elke post stempelt een collega. ‘Kinderen vinden het leuk om stempels te krijgen, of stickers als ze hun kaart vol hebben. Wat een verschil heeft dit gemaakt! Je ziet dat door deze opzet veel kinderen meer uitgedaagd worden en beter hun best doen.’ Mooi aan deze opzet is ook dat je steeds de prestaties positief kunt benoemen en weer belonen. ‘Ja, als de stempelvellen vol zijn, en dat is na een week of vier het geval, dan mogen de kinderen kiezen welke leuke sportieve activiteit we gaan doen! Soms is dat hockeyen, soms is dat lekker extra lang buitenspelen.’ Zo benadrukt ze steeds weer dat bewegen en sport hartstikke leuk is.